Nuttige tuintips

Uw aangepaste HTML hier toevoegen

 
Meer informatie over het
snoeien van fruitbomen is te vinden op https://www.tuinplant.nl/blog/fruitbomen-snoeien

Meer informatie over het
bemesten is te vinden op https://moestuincursus.nl/almanak/algemeen/bemesting/Vruchtwisseling (het jaarlijks op een andere plaats in de tuin zetten van onze groente) is belangrijk voor de teelt van onze planten en de gezondheid daarvan. Een van de belangrijkste onderdelen van deze vruchtwisseling betreft de teelt van de nachtschade-achtigen (o.a. aardappels, tomaten, paprika). Hiervan kunnen met name de aardappels en tomaten de meest vervelende ziektes krijgen welke we trachten te voorkomen/verminderen door de vruchtwisseling.
1) Aardappels kunnen getroffen worden door aardappelmoeheid, een ziekte die veroorzaakt wordt door aaltjes in de bodem. Wanneer dit optreed kan dit niet meer bestreden worden. Ter bescherming van de aardappelteelt in heel Nederland ben je wettelijk verplicht slechts één maal in de vier jaar op dezelfde plaats aardappels te verbouwen. Op welke plaats dit op ons complex moet zijn staat aangegeven op het informatiebord. Het bestuur ziet toe op naleving.
2) Een tweede plaag welke op (kan) gaan treden is de aardappelziekte (Phytophthora). Dit is te herkennen aan het zwart worden van stengels, bladeren en later aan de aardappels. Dit is een zeer besmettelijke schimmelziekte welke er toe leidt dat de complete oogst verloren kan gaan. Tevens wordt deze ziekte overgebracht op met name de tomaten waarna ook die oogst verloren gaat. Deze schimmel leeft flink op bij warme vochtige omstandigheden. Bestrijding/vermindering gevolgen van de schimmel. Bestrijding: zorg voor voldoende ruimte tussen de planten en tracht de bladeren zo veel mogelijk droog te houden. Wees attent op de eerste verschijnselen om verdere verspreiding over uw tuin en het complex te voorkomen. Verwijder aangetaste planten (plantendelen) en gooi die in de afvalcontainer van de gemeente en laat die niet achter op de tuin. NB de aantasting is het eerst zichtbaar op het blad en daarna op de stengels, zodra je de phytophthora in de stengel ziet, het loof direct verwijderen en afvoeren van de tuin. Daarna de aardappels zo snel mogelijk oogsten, die zijn dan mogelijk nog niet aangetast. Een derde plaag betreft de Coloradokever.
3) De Coloradokevers (Leptinotarsa decemlineata), en vooral de vraatzuchtige larven ervan, kunnen grote vernielingen aanrichten. Vanaf eind april komen de kevers tevoorschijn en zoeken lopend of vliegend jonge aardappelplanten op. Zodra de temperatuur boven 17 ºC komt, begint de ei-afzetting in pakketjes aan de onderzijde van het blad. De vraatzuchtige larve kan de planten tot op de stengel kaalvreten. De ontwikkeling van de Coloradokever wordt sterk beïnvloed door het weer. In zeer warme zomers kan nog een volledige tweede generatie tot ontwikkeling komen. Bij temperaturen boven 25 ºC en bij gebrek aan voedsel kunnen de kevers zich in grote zwermen vliegend verplaatsen. De volwassen kevers leggen eitjes onder het blad, waar larven uitkomen en deze vreten het blad van de aardappelplant. Om problemen/verspreiding te voorkomen moeten de volwassen kevers gevangen en gedood worden.
 
Tomatenteelt: zoals reeds aangegeven dient hier ook vruchtwisseling toegepast te worden. Hierop rust echter geen wettelijke plicht. Voor deze plant kan een regulier teeltplan toegepast worden, zoals aangegeven bij een 4 of 6 jaarlijks schema. Hierbij wordt de tomaat geschaard wordt bij de vruchtgewassen. Bij de aardappelen is reeds het optreden van Phytophthora aangegeven. De daar aangegeven bestrijdingsmaatregelen gelden uiteraard ook voor de tomaten. Uiterst belangrijk is het dus; nauwgezet omgaan met de beschreven gevaren voor uw en onze tuin. Onderstaand een aantal afbeeldingen van hetgeen hier beschreven.  Compost tips: 
Maak het te composteren materiaal klein, dit bevordert de snelheid van composteren.
Zorg voor een goede houding tussen bruin (koolstof) en groen materiaal (stikstof) zodat de hoop niet te nat wordt en gaat rotten. Groen materiaal zijn het verse groen- en snoeiafval, bruin materiaal is bv stro, kort geknipte takken. Wanneer de hoop toch te nat is geworden kun je die luchten, maar ook schoon karton toevoegen, bevat koolstof maar ook cellulose wat goed is voor bladgroei bij het gebruik van de compost. De hoop moet warm worden. Dit vind bv plaats door de stikstof in de hoop denk dan aan bv verse liguster snoeiafval of brandnetels. Wat ook heel goed voor het opwarmen van de hoop is is verse paardenmest, heeft rechtstreeks in de grond weinig voedingswaarde,, maar is zeer goed in de compost, bevat veel ammoniumsulfaat. Vul bij voorkeur de hoop in lagen, dit is beter dan regelmatig een klein handje afval bijstorten. Koffiedik, bevat veel stikstof en maakt de hoop wat rul, let er wel op dat hierdoor ook meer vocht in de hoop komt. Wanneer er te veel koffiedik op de hoop komt kan dat ervoor zorgen dat de hoop “te zuur” wordt (alkalisch). Dit kan gecompenseerd worden door kalk door de hoop te mengen.Je kunt wanneer je wat meer haast hebt met de hoop ook een compostversneller toevoegen. Het effect hiervan is met name het opwarmen van de hoop.Schep de hoop gedurende het seizoen een paar keer om, de resultaten zullen je verbazen. Hierdoor wordt ook weer zuurstof toegevoegd wat essentieel is voor het proces.Wanneer de hoop dreigt op te drogen deze ook wat water geven, daar zijn de bacterien en de wormen in de hoop u heel dankbaar voor. Een eenmaal uitgedroogde hoop is niet meer te redden als compost. 
                          Wat is geschikt voor gebruik in de compostcontainer en had je misschien nog niet aan gedacht: 
Doppen van noten en pinda’s, waarbij deze zorgen voor koolstof en stikstof Eierdoppen, lekker fijn versnipperen, brengt kalk en ook nog stikstof in de hoop Onkruid, maar dan mag het niet in het zaad staan. Om die zaden te laten verteren moet de hoop 70 graden celsius worden Stro, goed door de hoop mengen, houd de hoop ook nog een beetje luchtig Schillen van vruchten, behalve citrusvruchten, door de schimmelwerende middelen in de schil wordt het composteringsproces geremd Zaagsel, maar dan niet te veel anders moeten we daarvoor weer stikstof extra toevoegen. Is wel handig wanneer de hoop te nat is geworden.    Wat mag absoluut niet op de hoop: 
- Zieke en door schimmels aangetaste plantendelen. Denk daarbij aan resten van aardappel en tomaten planten met phytophthora. Deze schimmels welke via de compost weer in de grond komen zullen in deze grond nog heel lang zorgen voor nieuwe phytophthora in uw en onze planten. - Ook koolplanten, grote delen welke slecht composteren, maar ook daarbij kunnen zeer schadelijke ziekten aanwezig zijn waarbij aangetaste delen door knolvoet ervoor zullen zorgen dat er jarenlang geen kool meer verbouwd kan worden. 

 
Wat is niet handig om op de hoop te doen: - Materiaal wat langzaam composteert, dikkere takken, koolstronken, houtsnippers. Let op; het verteren van deze spullen heeft ook stikstof nodig wat dit uit de hoop of uit uw tuingrond trekt. NB Het aanbrengen van een laag houtsnippers op de tuin heeft dus ook als groot nadeel dat er stikstof aan de grond onttrokken wordt wat uw andere planten zo hard nodig hebben.- Houtas niet op de hoop, maar rechtstreeks in de grond met mate gebruiken. Bevat bv Calcium, fosfor, silicium, sporenelementen, kalium, magnesium, zwavel. Aan het begin van het seizoen. 

Share by: